Textielproductie kent een hoge milieu-impact. Voor het maken van kleding zijn veel grondstoffen nodig, zoals wol, katoen of aardolie. Maar ook land, water, energie en bestrijdingsmiddelen. Hergebruik door herdragen of recyclen is daarom belangrijk. Voor het overgrote deel van het ingezamelde textiel in Nederland geldt echter dat het, na afdanken door de consument, over de gehele wereld verhandeld wordt en letterlijk uit het zicht verdwijnt. Of daarbij sprake is van nuttig en verantwoord hergebruik, is onduidelijk. Dit terwijl de vraag wat er met een bepaalde afvalstroom gebeurt, in het streven naar een circulaire economie steeds meer centraal komt te staan.
Om de textielketen meer circulair en transparant te maken, is destijds door de acht gemeenten besloten om het textiel in de eigen regio te laten sorteren. Het gaat om ruim 2,1 miljoen kilo textiel dat inwoners inleveren via textielcontainers en Best-tas. Daarbij stellen de gemeenten eisen aan de traceerbaarheid: het moet controleerbaar zijn waar het textiel vervolgens naar toe gaat. Het nieuwe textielcentrum zou bovendien ruimte moeten bieden aan sociale werkgelegenheid, en zo winst moeten opleveren voor mens en milieu.
In het voorjaar van 2017 is de aanbesteding gestart. Dit gebeurde in de vorm van een dialoog met diverse marktpartijen die belangstelling hadden voor textielsortering in combinatie met sociale werkgelegenheid. Op 31 januari 2018 is de gunning definitief verleend aan Leger des Heils ReShare. Dit onderdeel binnen het Leger des Heils, dat zich al jaren toelegt op textielinzameling- en hergebruik, zal het textielsorteercentrum in Deventer gaan vestigen en daarbij samenwerken met Deventer Werktalent voor de inzet van sociale werkgelegenheid. De opzet en samenwerking is baanbrekend voor Nederland.