Feiten en cijfers

Inwoners van de regio leverden in 2018 iets minder restafval en grondstoffen aan: in totaal 412 kilo. De dalende lijn van de afgelopen jaren zet door.

Het ingezamelde restafval en aangeboden grof restafval nam met 5 procent af tot gemiddeld 120  kilo per inwoner. De nationale doelstelling voor 2020 is 100 kilo. Drie gemeenten in de regio realiseren nu al gemiddeld minder dan 100 kilo (grof) restafval per inwoner: Bronckhorst, Deventer en Lochem. Vijf gemeenten moeten nog stappen nemen om het doel te bereiken.

Inwoners in de regio bieden steeds minder restafval en grondstoffen aan. Het aandeel restafval neemt af en het aandeel grondstoffen blijft stabiel. De gescheiden aangeboden grondstoffen namen in de regio met 1 procent toe tot 292 kilo per inwoner. Dit aanbod stabiliseert zich de laatste jaren. Dat geldt ook voor de afzonderlijke grondstofstromen (GFT, papier, PMD, Best-tas, glas en overig).

Tussen de gemeenten in de regio zitten verschillen in de resultaten, die steeds kleiner worden. De grootste verschillen worden veroorzaakt door verschil in stedelijkheidsklasse van de gemeenten en het type afvalstoffenheffing of ander op gedrag sturend afvalbeleid.Totale hoeveelheid restafval en gescheiden ingenomen grondstoffen in 2018 per inwoner.

Nationaal is maximaal 100 kilo restafval per inwoner per jaar als doel gesteld voor 2020. De gemeenten Lochem, Bronckhorst en Deventer zijn dat doel al voorbij.

Ontwikkeling scheidingspercentage

Inwoners bieden de waardevolle grondstoffen zoals gft, glas, papier of PMD steeds meer apart van het restafval aan. Het scheidingspercentage is in 2018 met een procentpunt gestegen naar 71 procent. Deze trend zet door.

De landelijke doelstelling voor afval scheiden ligt op 75 procent te bereiken in 2020. Drie van de acht gemeenten hebben die doelstelling het afgelopen jaar gehaald. 

Wat wordt belangrijk de komende jaren?

In restafval zitten nog veel grondstoffen; omgekeerd zien we in sommige grondstofstromen teveel vervuiling door restafval. Deze situatie heeft gevolgen, ook financieel. Restafval wordt immers van een prijskaartje voorzien met diftar, terwijl grondstofstromen door vervuiling minder opleveren dan mogelijk zou zijn. Het vraagt van partijen onder meer een nieuwe visie op reductie van restafval in combinatie met schonere grondstofstromen.